Ongelijkheid voor, tijdens en na corona

Moniek Volman, Hoogleraar onderwijskunde en raadslid van de Onderwijsraad over het interview met Daan Roovers.

Als gevolg van de coronacrisis waren scholen wekenlang gesloten, met als gevolg dat de ongelijkheid tussen leerlingen is toegenomen. Ook vóór corona hadden sommige kinderen de school al harder nodig anderen. Daan  Roovers stelt dan ook terecht dat ongelijke behandeling nodig is om gelijke kansen te realiseren. Heel concreet betekent dat in deze weken en ook straks na de zomervakantie, dat scholen en leraren extra aandacht zullen moeten besteden aan die leerlingen die tijdens de lockdown het minst in de gelegenheid waren om verder te komen met hun schoolwerk. Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat deze kinderen alleen in termen van ‘achterstand’ bekeken worden; en die neiging is heel sterk. Ook dat gaat namelijk gaat ten koste van gelijke kansen – gelijke kansen op zelfwaardering, op respect voor je achtergrond en cultuur, op aandacht voor wat je wél weet, kan en wellicht thuis tijdens de coronacrisis geleerd hebt. Misschien is bijvoorbeeld de Nederlandse woordenschat van een kind niet gegroeid, maar wel die in zijn of haar moedertaal. In dat licht moet ook de versterkte band tussen ouders en school, waar Daan Roovers voor pleit, een wederkerige band zijn; bedoeld om ouders te informeren hoe ze hun kind bij schoolwerk kunnen ondersteunen, maar ook om als school beter te kunnen voortbouwen op de ervaringen die kinderen buiten school op doen.

 

Kees Vuyk, universitair hoofddocent geesteswetenschappen aan de Universiteit Utrecht over het interview met Daan Roovers.

Mensen zijn niet gelijk. Van geboorte af al niet. Dat maakt het samenleven spannend maar ook een opgave. Samenlevingen gaan verschillend om met de verschillen. Vaak versterken ze de positie van dominante groepen. In ons soort samenleving spannen we ons in om mensen juist meer aan elkaar gelijk te maken, Een van die inspanningen is de gelijke kansen politiek. Zij komt erop neer dat iedereen gelijke kansen heeft op een schoolcarrière, ongeacht afkomst (familierelaties, geld e.d.). Eén obstakel laat zich echter moeilijk verwijderen. Niet iedereen kan even goed presteren op school. Intelligentie speelt daarbij een rol. Maar ook andere aangeboren eigenschappen als discipline, concentratievermogen. In de praktijk is het onderwijs in westerse landen niet, zoals gewenst, een emancipatiemachine, maar een sorteermachine. Ze sorteert kinderen op leercapaciteiten. Die met de meeste capaciteiten krijgen het meeste en vaak ook het beste onderwijs. De anderen vallen onderweg af en moeten met minder genoegen nemen. Ik pleit voor een andere onderwijsfilosofie. Niet ieder kind kans op zo hoog mogelijk onderwijs, maar ieder kind het onderwijs dat haar/hem het meeste kans geeft op een vervuld leven. Daarbij hoort ook dat schooldiploma’s minder belangrijk worden voor sociale status en inkomen. Opleiding telt nu te zwaar mee voor het levensgeluk.